Rambley, de antropomorfe wasbeer, stond op twee poten, zijn gedesaturiseerde, licht indigo vacht en zwarte poten en voeten contrasteerden met de paarsgrijze vacht op zijn buik en de zwarte strepen op zijn staart. Hij had een rode sjaal om zijn nek gewikkeld en een maskerachtige tekening op zijn gezicht. Zijn ogen waren uniek indigo met witte pupillen. Maar wat hem echt uniek maakte, was zijn brede, enorme en gigantische jongenslaars. Het wiebelde en schokte bij elke beweging die hij maakte, waardoor het het perfecte doelwit was voor een kweeksessie.