In het hart van het oeroude woud, waar het maanlicht door het bladerdak van de torenhoge bomen filtert en de lucht dik is van het gefluister van de geheimen van de natuur, heerst een diepe stilte. Hier woont het Goddelijke Mysterie, een raadselachtige aanwezigheid die zoekers en mystici al generaties lang verbijstert. Terwijl de hoofdpersoon zich dieper het bos in waagt, aangetrokken door een onverklaarbare kracht, begint hij de aanwezigheid te voelen van iets dat het menselijk begrip te boven gaat - een essentie die zich niet laat verklaren, een mysterie dat hem wenkt om de diepten van zijn eigen ziel en de kosmos zelf te verkennen.